Welke klachten ervaar je bij claudicatio intermittens?
Mensen met claudicatio intermittens voelen een krampachtige pijn in hun benen. Vaak in hun kuit, maar in je bil of bovenbenen kan ook. Hoe erger de aderen vernauwd zijn, hoe sneller de klachten meestal optreden. Door even te rusten, trekt de pijn weg. Dat komt doordat de zuurstofbehoefte van je spieren dan afneemt. Je kunt overigens ook pijn of kramp krijgen als je niet aan het bewegen bent. Dit gebeurt meestal ’s nachts, als je bloeddruk laag is. Bij de meeste mensen blijven de klachten beperkt tot pijn of kramp, maar claudicatio intermittens kan verstrekkende gevolgen hebben. Als je er niets aan doet, kan een lichaamsdeel zo slecht doorbloed raken dat amputatie noodzakelijk is. Volgens schatting heeft zo’n drie procent van de 55-plussers en veertien procent van de 70-plussers last van etalagebenen.
Waaruit bestaat de behandeling?
Gesuperviseerde looptherapie (GLT) kan uitkomst bieden. Dat is looptraining onder leiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut die is aangesloten bij het Chronisch ZorgNet. Fysiotherapie West Maas en Waal is bij dit netwerk aangesloten, dus je bent bij ons aan het goede adres. We leren je tijdens de therapie op een bepaalde manier te lopen, zodat je minder snel pijn krijgt. Daardoor kun je je loopafstand vergroten. Naast lopen ga je ook fietsen en krijg je spierversterkende oefeningen. De behandeling duurt ongeveer een jaar. In het begin krijg je zo’n twee à drie sessies per week; later bouwen we dat af naar één keer per maand. Tijdens de behandeling besteden we ook aandacht aan je leefstijl. Uit onderzoek blijkt namelijk dat je meer risico loopt op etalagebenen als je rookt, te weinig beweegt en/of ongezond eet. Door de aandacht voor je leefstijl voelen de meeste mensen zich na afloop van de therapie een stuk fitter. En ze hoeven minder vaak te worden geopereerd voor slagaderverkalking. Een win-winsituatie dus!
Vanuit de basisverzekering krijg je de eerste 37 GLT-behandelingen per 12 maanden vergoed. Je hebt wel een verwijzing van je huisarts nodig.
